Ga direct naar: Hoofdinhoud

Babette van den Berg

Tweede viool

Het doorzetten en er echt voor gaan met z'n allen. De kracht van het orkest met de niet-zeuren-maar-gewoon-doen-en-doorgaanmentaliteit. Met z'n allen knallen.

Hoe is de viool op je pad gekomen?
Bij mijn ouders was altijd muziek in huis. Ze speelden ook allebei. Dus toen ik drie was, zei ik blijkbaar al dat ik viool wilde spelen. Ik moest van mijn ouders nog even wachten tot ik zes was, maar zo ben ik begonnen met viool spelen.

Wat is er zo mooi aan jouw instrument? 
De klank die je kunt maken en de mogelijkheden die je erop hebt. Wat ik ook heel interessant vind is dat het echt een solo-instrument kan zijn, maar dat je ook in de groep zoveel kan toevoegen. Of in verschillende stemmen met elkaar kunt spelen. Dat vind ik fijn aan de viool.

Hoe ziet je studeerruimte eruit?
Ik heb een geluiddempende studiecabine in één van mijn slaapkamers staat – niet in de kamer waar ik slaap. Ik studeer ook wel eens buiten de cabine, maar ik vind het heel fijn aan de cabine dat ik weet dat ik mijn buren niet tot last ben en dat ik desnoods dag en nacht daarin terecht kan. Als het 's nachts moet, dan kan dat ook. Dan heeft niemand er last van.

Van welke niet-klassieke muziek houd je? 
Ik hou van enorm veel soorten muziek. Ik hou heel erg van popmuziek. Als ik naar klassiek luister, ga ik er ook beroepsmatig naar luisteren. Dus als ik gewoon een gezellig avondje heb of niet wil nadenken, zet ik juist geen klassieke muziek op, maar jazz of pop. Dat vind ik veel fijner om even te ontspannen, om passief naar te luisteren.

Welke les heeft in jouw muzikale leven het meeste indruk op je gemaakt? 
Ik was vaak heel zenuwachtig voor audities. Ik had het gevoel daar te worden veroordeeld in plaats van alleen beoordeeld. Tot iemand me een interview met een hele bekende zangeres doorstuurde. Zij zei: als ik in een jury zit, wil ik dat iemand heel goed speelt. Dus dat iemand het goed doet, en niet dat iemand fouten maakt. Dat heeft mij heel erg geholpen: je moet ervan uitgaan dat een jury het liefst hebben dat iemand goed speelt. Dat vond ik heel interessant en dat probeer ik nu altijd mee te nemen.

Wat is écht kenmerkend voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest?
Het doorzetten en er echt voor gaan met z'n allen. De kracht van het orkest met de niet-zeuren-maar-gewoon-doen-en-doorgaanmentaliteit. Met z'n allen knallen.