
Eefje Habraken
Tweede viool
Toen ik drie was, ging mijn moeder lesgeven op de muziekschool. Omdat ik moest huilen als ze wegging, had mijn moeder bedacht om een heel klein viooltje voor mij te kopen. Toen ik een viool kreeg, was het huilen over.
Hoe is de viool op je pad gekomen?
Ik kom uit een muzikaal gezin. Mijn moeder is violiste en gaf vioolles. Mijn vader is organist. Dus ik heb het echt met de paplepel ingegoten gekregen. Het begon pas te kriebelen toen we op de middelbare school voor een beroepskeuze kwamen te staan, relatief laat dus. Toen heeft mijn moeder, met haar achtergrond, meteen mensen opgebeld met de vraag: kan ze bij jou op les komen?
Welke rol speelde muziek in het gezin waarin je opgroeide?
Een heel grote rol. Mijn vader had zijn eigen kleine studio-orgel op zolder staan en studeerde heel veel. Mijn moeder hoorde je ook studeren. Toen ik drie was, ging mijn moeder lesgeven op de muziekschool. Omdat ik moest huilen als ze wegging, had mijn moeder bedacht om een heel klein viooltje voor mij te kopen. Nou, toen was het huilen over! Daarna ging ik mee naar de muziekschool van mijn moeder. Ik heb daar, zeker in mijn puberteit, echt heel veel tijd doorgebracht. Dan had ik pianoles, dan speelde ik in het muziekschoolorkest op mijn viool of ik begeleidde de groepslessen viool op de piano bij mijn moeder. Ik leefde de helft van de tijd op de muziekschool en had er ook vrienden. Dat heeft mij gevormd. Er was eigenlijk altijd muziek.
Wat maakt een dag voor jou een goede dag?
Als ik verbinding voel met mensen. Of met bijvoorbeeld de natuur. Iets doen wat inhoud of diepte geeft. Het kan ook met mijn kinderen zijn, of een kopje koffie in de zon. Ook muziek geeft me altijd veel voldoening.
Hoe krijg jij een muziekstuk in je vingers?
Dat wisselt heel erg. Als ik een stuk al kent, weet ik puur technisch wat ik moet doen, op welke passages ik echt moet studeren. Vaak begin ik als het snelle passages zijn langzaam om het in mijn motorische geheugen op te frissen. Als dat gaat, steeds sneller. Als ik een stuk niet ken, begin ik met het drooglezen, dus alleen de noten lezen zonder instrument. Daarna langzaam studeren. Ik probeer om dingen niet van tevoren te beluisteren. Dat doe ik pas in een later stadium om bij mijn eigen manier van lezen van de partituur te blijven. Bij het orkest krijg je het beeld van het geheel wel.
Van welke niet-klassieke muziek houd je?
Ik luister niet zoveel andere muziek. Ik kan erg genieten van stilte, om juist even geen muziek te hebben. Of als ik in een bos loop, van kwetterende vogeltjes.