
Hans Wisse
Contrafagot / fagot
Het is gewoon lekker als dat lage geluid door het hele orkest rolt. Vaak voel je het meer dan dat je het hoort.
Wat is er zo mooi aan jouw instrument?
Je hebt echt je eigen winkeltje, je eigen partijen. Je vult de blazersklank aan met een soort rijke, donkere klank. Het is gewoon lekker als dat lage geluid door het hele orkest rolt. Vaak voel je het meer dan dat je het hoort. Het is eigenlijk de peper en zout van de maaltijd.
Hoe ziet je studeerruimte eruit?
We hebben een hele kelder onder het huis gemaakt omdat ik ook rieten maak voor de contrafagot en fagot. Dat is een soort werkplaatsje waar allemaal machines staan en voorraden. Daar zit ik dus vaak. Als ik studeer, dan doe ik dat daar.
Wat is jouw favoriete plek in Rotterdam?
Ik zou de Bram Ladage willen noemen.
Welk ander instrument zou je willen kunnen spelen?
Als ik geen fagot had gespeeld, dan was het een saxofoon geweest.
Is er iets wat je hebt moeten opgeven voor je leven in de muziek?
Wij werken natuurlijk veel avonden en weekenden. Wat je dan opgeeft, is een deel van je sociale leven. Afspreken met familie, vrienden in een weekend is vaak moeilijk. Verenigingsleven is lastig. We hebben een zeilboot, een klein zeiljachtje, en aan de wedstrijden van de club op vrijdagavond kan ik bijna nooit meedoen. Of je dat opgeven moet noemen... Maar dat is wel iets wat je in andere beroepen misschien minder hebt.
Wat is écht kenmerkend voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest?
Het Rotterdam Philharmonisch is altijd op het puntje van de stoel. Ook als er een mindere dirigent voor staat – wat nog wel eens gebeurt, ze zijn niet allemaal top of even goed. Dan spelen we toch op ons topniveau, op ons beste kunnen. Een soort straatvechtersmentaliteit zit er wel in. Rotterdams hè, mouwen opstropen en aan de gang.