
Jos Verspagen
Trompet
De beste muziek bestaat voor mij niet, want ik vind heel veel dingen mooi.
Hoe is de trompet op je pad gekomen?
Mijn opa en oma hadden in het Limburgse Weert een café. Daar waren we met de hele familie in de zomermaanden aanwezig. In het café stond een jukebox, en in die tijd had je een trompettist die Marty heette. Hij had een gouden trompet en speelde een heel mooi liedje. Het melodietje raakte mij. Ik hoorde die trompet en ik dacht: ik wil trompet gaan spelen. Toen ben ik bij de plaatselijke vereniging trompet gaan spelen. Het ging allemaal heel makkelijk en ik bleek talent te hebben. Dus eigenlijk door Marty te horen op de jukebox van mijn opa en oma in het café, is trompet op mijn pad gekomen.
(Riny 'Marty' Schreijenberg kreeg landelijke bekendheid toen hij eind jaren zestig als veertienjarige in het programma van Willem Duys op zijn trompet Maanserenade speelde.)
Wat vind je mooi aan je instrument?
De schoonheid van de trompet vind ik het geluid dat eruit komt. Dat je zelf produceert. En iedereen heeft zijn eigen handtekening zeg ik altijd, je kan bijna altijd horen wie er speelt. En dat je daarbinnen alle gradaties van emoties kan laten horen.
Van welke niet-klassieke muziek houd je?
De beste muziek bestaat voor mij niet, want ik vind heel veel dingen mooi. Ik hou van jazz, ik hou van Barbra Streisand en Frank Sinatra. The American Songbook, laten we het zo noemen. Mijn oudste zoon speelt gitaar en heeft mij ook kennis laten maken met de rockmuziek die ik eigenlijk in mijn tijd had moeten horen. Dat heb ik via hem geleerd en dat vind ik ook waanzinnig. Queen is een van mijn lievelingsbands. Guns 'n' Roses ook een beetje.
Heb je een bepaald ritueel voor een concert?
Niet te veel koffie drinken.
Wat is echt kenmerkend voor het Rotterdams Philharmonisch orkest?
Op de allereerste plaats: het niveau waarop gespeeld wordt. Dat was toen ik er 24 jaar geleden in kwam al erg hoog. En dat niveau is eigenlijk alleen maar gestegen. Zeker met Valery Gergiev, hij was wat ruwer. Yannick Nézet-Séguin heeft het gepolijst. Het is een geoliede machine geworden. Er zitten solisten bij die prachtig spelen. Maar het karakteristieke, de klank van het orkest, is de energie die loskomt. Ik heb ook in andere orkesten gespeeld, geschnabbeld, maar daar gebeurt het niet zoals het hier gebeurt. En als dan tijdens een concert alle neuzen dezelfde kant op gaan, samen met de dirigent, dan voel je een energie, een soort geladenheid loskomen, en dat slaat ook over op de zaal.