Ga direct naar: Hoofdinhoud
Mario Rio

Mario Rio

Cello

Mijn allereerste leraar zei altijd: iedere dag ben ik een beginner. Ik denk heel vaak aan deze zin. Het laat gewoon zien dat we alles opnieuw kunnen creëren, iedere dag.

Kom je uit een muzikaal nest?

Eigenlijk niet. Mijn ouders vonden het belangrijk dat wij een muziekinstrument gingen bespelen, maar ze waren zelf geen musici. Mijn vader speelde een beetje viool, maar je wilt niet weten hoe. Ze wisten alleen dat het voor kinderen belangrijk kan zijn om muziek te kennen en een instrument te spelen.

Hoe oud was je toen je wist dat de cello écht jouw instrument was?

Ik denk vanaf het moment dat ik met jeugdorkesten mee ging spelen. Toen werd het pas speciaal. Vanaf dat moment had ik niet meer het gevoel dat het een verplicht iets was, maar juist echt leuk om te mogen doen. Ik was misschien vijftien of zestien en ik kon natuurlijk nog niet weten dat ik cellist zou worden, maar ik vond het superboeiend en spannend.

Wat maakt een concert tot een topconcert?

In principe zouden alle concerten gelijk moeten zijn, want de muziek spreekt voor zichzelf en zou niet op bepaalde momenten belangrijker moeten zijn dan andere. Muziek is altijd belangrijk. Er zijn wel concerten waar je voelt dat het meer wordt gedeeld, het meer wordt begrepen, tussen het publiek en het orkest.  Ik had een leraar die zei: je merkt het bij de kwaliteit van de rust vlak na de laatste maat, en niet bij het applaus. Net die tijd ertussen is wat telt.

Welke les heeft in jouw muzikale leven het meeste indruk op je gemaakt? 

Mijn allereerste leraar werd in 1899 geboren, dus hij was heel oud toen ik bij hem begon. Hij zei altijd: iedere dag ben ik een beginner. En dat is misschien een goede instelling. Ik denk heel vaak aan deze zin. Het laat gewoon zien dat we alles opnieuw kunnen creëren, iedere dag.

Is er iets wat je hebt moeten opgeven voor je leven in de muziek?

Als ik weet dat ik maandag moet repeteren, dan kan ik er niet het hele weekend niet aan denken en op maandag gewoon komen werken. Dat opgeven gaat echter wel heel natuurlijk, dus je denkt er niet zoveel aan. Je moet voorbereid zijn. Je moet in vorm zijn. Je moet al een beetje in de sfeer zijn van wat komt. Ik kan niet zomaar wakker worden, dan gaan zitten en mijn werk doen. Dat is soms lastig, want dat neemt een beetje af van je vrije tijd. Maar dat hoort bij het vak.