
Ron Tijhuis
Althobo / hobo
In mijn studio in de tuin kan ik gewoon dag en nacht mijn gang gaan en doen en laten wat ik wil. Niemand die mij stoort. Perfect.
Waarom het Rotterdam Philharmonisch Orkest?
Ik heb een blauwe maandag in het Brabants Orkest gespeeld als plaatsvervangend eerste en tweede hobo. Dat vond ik heel leuk. Toch heb ik weer verder geauditeerd bij het Residentieorkest, een beter orkest, ook als tweede hobo. Mijn leraar Bart Snijman speelde hier in het Rotterdams. Na er lang over nagedacht te hebben, wist ik dat ik graag met hem wilde spelen. Zelfde manier van spelen en voor mijn gevoel een nog beter orkest. Ik ben er gewoon voor gegaan, en het lukte ook allemaal.
Hoe ziet je studeerruimte eruit?
In Pijnacker waar ik 25 jaar heb gewoond, hadden we een zolder die eigenlijk vrijstaand was van de buren. Dat was heel fijn want we woonden gewoon in een rijtjeshuis. Sinds een jaar of vier woon ik in Rhoon en heb ik een studio in de tuin. En dat is heerlijk. Kan ik gewoon dag en nacht mijn gang gaan en doen en laten wat ik wil. Niemand die mij stoort. Perfect.
Wat doe je om je leven als beroepsmusicus fysiek en mentaal vol te houden?
Sporten is voor mij wel echt een must. Veel buiten zijn, wandelen. Ik voel het ook altijd aan mijn lichaam: heb ik veel concerten of zware repetities gehad, dan moet ik me wel even afreageren. Lekker hardlopen. Padel doe ik ook, vind ik heerlijk. Ik heb het wel nodig om dat soort dingen te doen.
Is er iets wat je hebt moeten opgeven voor je leven in de muziek?
Het sociale leven is soms moeilijk. Het is lastig om iets te organiseren omdat wij ook vaak ‘s avonds en in het weekend werken. Daarnaast is het een beroep waarbij je niet zomaar de deur achter je dicht doet. Altijd ben je in je hoofd bezig met de volgende week: ik heb morgenavond concert, ik moet zorgen dat ik fit ben. Het is wel een veeleisend vak, absoluut.