Ga direct naar: Hoofdinhoud
Veronika Lénártová

Veronika Lénártová

Altviool

Als je het publiek voelt, voel je het orkest nog meer. Het is alsof je het dier voert. Je hebt de mensen en de communicatie nodig.

Op welke leeftijd wist je dat je van de altviool je beroep zou gaan maken?

Ik denk dat het meer een proces was. Eerst gaven mijn ouders me een viool, om een muziekinstrument te leren spelen. Ik was nog heel klein. Mijn eerste docent was eigenlijk altviolist; ze gebruikte haar instrument om mij voor te doen hoe ik bepaalde dingen moest spelen. Ik dacht: hé, wat heeft zij voor lage snaar, die zoveel cooler klinkt dan mijn hoge? Als ik dan thuiskwam en viool ging spelen, liep mijn hond weg. Ik dacht: misschien heb ik gewoon iets anders nodig. Toen ik was overgestapt naar de altviool, voelde ik: dit klopt. Ik ging spelen in een kinderorkest, daar was mijn altviool-stem anders dan de rest. Ik had een eigen rol, daar genoot ik van. Iedereen zag mij ook anders. Ik denk dat dat het moment was dat ik dacht: dit vind ik echt leuk.

Wat was je geworden als je geen musicus was geworden?

Ik hou van dieren, dus ik zou graag dierenarts zijn geworden.

Wat maakt een concert voor jou een fantastisch concert?

Als je het publiek voelt, voel je het orkest nog meer. Het is alsof je het dier voert. Je hebt de mensen en de communicatie nodig. Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat je ook een geweldig stuk nodig hebt. Maar daar zijn er zoveel van, je kunt van alles spelen. Maar je hebt dan nog steeds wel dat ene iets nodig, die verbinding met het publiek, om er iets levends van te maken.

Hoe ziet jouw studeerruimte eruit?

Ik heb geluk dat ik thuis een studeerkamer heb. Maar die ziet er niet heel bijzonder uit. Je hebt je muziekstandaard nodig, en een spiegel nodig om te controleren of je de juiste houding hebt om goed te klinken. Ik heb er ook foto's van mijn familie en van muziekinstrumenten. Het voelt gewoon lekker knus.

Welke les heeft in jouw muzikale leven de meeste indruk op je gemaakt?

Ik denk dat je veel momenten kunt hebben, maar er zijn er een aantal waar je vaker aan terugdenkt omdat je bijvoorbeeld een repetitie hebt. Dan realiseer ik me wat mijn leraar mij vertelde en mijn leraar, waar ik studeerde in Brno, Tsjechië, zei altijd: het moet lekker ruiken, het moet parfum zijn. En ik denk dat we daar vaak naar kunnen verwijzen. Voor mij komt dit heel vaak terug.