
Wendy Leliveld
Hoorn
Wat ik mooi vind is dat bij de concerten iedereen altijd op het puntje van z’n stoel zit. Iedereen geeft altijd nog net een beetje extra. Dus totaal gefocust.
Wat vind je mooi aan je instrument?
De hoorn mengt heel goed met de strijkers en heeft een heel warm geluid. Maar hij kan ook goed met koperblazers, die een beetje dat schetterige hebben. Dat vind ik mooi, de veelzijdigheid van het instrument.
Welke rol speelde muziek in het gezin waarin je opgroeide?
Mijn vader speelde orgel en piano. Met kerst en sinterklaas kwam er een hele lijst aan liedjes voorbij, dat was altijd heel gezellig. En mijn beide zussen speelden saxofoon. Dus er was eigenlijk altijd wel volop muziek.
Wat doe je om je leven als beroepsmusicus fysiek en mentaal vol te houden?
Nou eigenlijk niets bijzonders. Ik merk wel dat ik echt in vorm moet blijven. Dus thuis doe ik dagelijks mijn inspeeloefeningen op mijn hoorn. Ook als je een week vrij bent moet je dat eigenlijk gewoon blijven doen. Dus op die manier werk ik er wel aan. En heel soms, als ik echt spanning heb voor een concert, doe ik wel eens mindfulness oefeningen om mijn hoofd leeg te maken.
Ben je in de loop van de jaren minder gaan studeren, of juist meer?
Ik ben niet minder, maar wel anders gaan studeren. Iets slimmer denk ik. Ik heb bijna alles al wel eens gespeeld, zeker de orkeststukken. Dus ik weet precies wat de lastige dingen zijn, daar kan ik heel gericht aan werken. Maar ik merk ook, naarmate ik ouder word, dat ik echt meer moet oefenen om goed in vorm te zijn. Dus het is een beetje balans vinden daartussen.
Wat is echt kenmerkend voor het Rotterdams Philharmonisch orkest?
Ik denk dat het een heel energiek orkest is en wat ik mooi vind is dat bij de concerten iedereen altijd op het puntje van z’n stoel zit. Iedereen geeft altijd nog net een beetje extra. Dus totaal gefocust. Dat vind ik heel mooi.