Ga direct naar: Hoofdinhoud
Wim Ruitenbeek

Wim Ruitenbeek

Tweede viool

‘Als je zenuwachtig bent, dat zijn we allemaal, ga er niet tegen vechten, maar accepteer het’. En dat is iets wat ik probeer in alles wat ik doe mee te nemen. Accepteer dat iets zo is.

Hoe is het vioolspelen op je pad gekomen?

Door de radio, eigenlijk. Van jongs af aan vond ik het prachtig klinken. Mijn ouders spelen geen muziekinstrument. In de familie zit het ook niet, alleen heel ver weg. Mijn moeder dacht eerst dat het niet helemaal klopte, toen ik zei dat ik heel graag viool wilde spelen. Maar ik bleef aanhouden. Op een gegeven moment hebben ze maar toegegeven. Ik ben op mijn zesde begonnen, geloof ik.

Wat vind je mooi aan je instrument?

De veelzijdigheid vind ik heel mooi. Een viool kan, even kort gezegd, ontzettend laag, ontzettend hoog en alles wat daartussen zit. Eigenlijk moet ik wel een beetje aan mezelf denken. Ik denk dat ik ook heel laag kan en heel hoog kan en heel veel wat daartussen zit. Ik ben ook niet voor één gat te vangen. Daarom vind ik viool heel erg mooi.

Welke les heeft in jouw muzikale leven de meeste indruk op je gemaakt?

Toen ik een klein jongentje was heb ik met Jaap van Zweden voor een kinderprogramma gespeeld en hij zei toen tegen mij: ‘Als je zenuwachtig bent, dat zijn we allemaal, ga er niet tegen vechten, maar accepteer het’. En dat is iets wat ik probeer in alles wat ik doe mee te nemen. Accepteer dat iets zo is. Omarm het. En probeer verder gewoon zo ontspannen mogelijk te blijven en je doet wat je kan. Dat zal genoeg zijn en dat zal ook zijn wat het is. Als je ertegen gaat vechten wordt het alleen maar erger.

Ervaar je verbondenheid met het publiek als je aan het spelen bent?

Zeker. Ik heb dat vooral gemerkt in de coronatijd toen er geen publiek was. Toen werd ik toch wel even met mijn neus op de feiten gedrukt, hoe erg ik het publiek ook nodig heb. Als musicus heb je zelf een zekere spanning, maar er is ook de spanning vanuit het publiek, dat in afwachting is van wat komen gaat. En dat voel je. Je merkt ook echt verschil in reactie wanneer iets goed gegaan is of minder goed. Of als het een ontzettend mooi programma is waar het publiek heel erg van houdt. En dat merk je niet alleen in het applaus, dat merk je gek genoeg ook wel tijdens het spelen.