Beatrice Rana: ‘Ik heb geen moeite met de grote grepen’

Ze trad eerder al op met Yannick Nézet-Séguin en Lahav Shani, maar nog nooit voor het Rotterdamse publiek. De Italiaanse Beatrice Rana maakt dit najaar haar debuut in de Doelen met Rachmaninovs Tweede pianoconcert. Interview met een temperamentvol pianist.
Tekst: Myrthe van Dijk Foto: Simon Fowler
Achttien jaar oud was Beatrice Rana toen ze meedeed aan de Montreal International Music Competition. Ze won er de eerste prijs én alle speciale juryprijzen. Daarna veroverde ze gestaag de rest van de pianowereld: er volgden andere prijzen en optredens, evenals een exclusief contract met een platenmaatschappij. Dankzij haar cd uit 2017 met Bachs Goldbergvariaties werd ze gelanceerd als ‘Young Artist of the Year’ (Gramophone) én als ‘Discovery of the year’ (Edison). Ook op de Nederlandse concertpodia bleef ze niet onopgemerkt: ‘Wat een inventiviteit, wat een klasse’, schreef Biëlla Luttmer in de Volkskrant na Rana’s eerste optreden in de Amsterdamse Meesterpianisten-serie in 2018. Datzelfde jaar nog debuteerde ze met Chopins Eerste pianoconcert bij het Koninklijk Concertgebouworkest. En drie jaar later presenteerde ze solostukken van Chopin op cd, die opnieuw een enthousiaste recensie opleverde: ‘Tegenover het cliché van de sentimentele ziel die in de verte staart, plaatst ze het vulkanische temperament van een vernieuwer’, aldus Guido van Oorschot in de Volkskrant. Voor haar nieuwste cd met pianoconcerten van Clara en Robert Schumann werkte ze samen met Yannick Nézet-Séguin. Met Lahav Shani trad Rana onlangs op in de Verenigde Staten. Dus is het hoog tijd dat de temperamentvolle Italiaanse pianiste ook kennismaakt met het Rotterdamse publiek. ‘De sfeer van een stad heeft altijd grote invloed op mij’, vertelde Rana in een interview met Joke Dame uit 2018. Nu is ze benieuwd naar de zaal en het orkest van Rotterdam: ‘Ik beluisterde het Rotterdams Philharmonisch Orkest via internet. Dat maakte zo’n indruk dat ik echt een diep verlangen voel om met dit orkest samen te spelen.’
Speelgewoontes
Opvallend is de veelzijdigheid in repertoire bij Beatrice Rana. In haar spel lijkt ze doelbewust onderscheid te maken tussen verschillende stijlperiodes, met steeds andere speelmanieren en effecten. ‘Dat probeer ik inderdaad, absoluut! Ik vind het ontzettend belangrijk om mij te verdiepen in de stijl van een bepaalde tijdperiode, niet alleen uit respect voor authenticiteit, maar ook om mij door de verschillende speelgewoontes te laten inspireren. Als het mij niet lukt om die connectie te voelen met de componist en het tijdsbeeld, dan zie ik er zelfs vanaf, hoe pijnlijk het ook is om nee te zeggen.’ Voor haar Rotterdamse debuutoptreden viel de keuze op Rachmaninovs Tweede pianoconcert. ‘Dat was een logische keuze omdat het dit jaar 150 jaar geleden is dat de componist werd geboren. Voor mij is het een grote eer om deze bijzondere verjaardag samen te vieren met het Rotterdams Philharmonisch Orkest.’ Waarin schuilt de verbondenheid die ze voelt met Rachmaninovs muziek? ‘Rachmaninov spelen geeft gegarandeerd plezier. Hij is geliefd bij alle pianisten, omdat zijn muziek zo meeslepend is, maar ook fysiek zo prettig is geschreven. Hij maakt direct contact met zijn luisteraars, zonder enige terughoudendheid, hij is in dat opzicht een heel gulle componist. En ik bewonder niet alleen de ongelooflijke harmonieën en aangrijpende momenten, maar juist ook de manier waarop details nooit afleiden van de grote lijnen. Ik houd enorm van de architectuur in elk stuk, de composities staan als een huis. Dat hoor je terug in de oude opname waarin hij zelf het Tweede pianoconcert speelt. Die is echt prachtig, want hij was ook een fantastische pianist.’ Rachmaninov had grote handen waarmee hij makkelijk grote akkoorden kon spelen. Niet alle pianisten kunnen datzelfde speelgemak bereiken in zijn pianomuziek. Maar Rana ervaart geen belemmering in dat opzicht: ‘Gelukkig heb ik zelf tamelijk grote handen, dus ik heb geen moeite met de grote grepen die Rachmaninov soms voorschrijft. Het is natuurlijk altijd een uitdaging om zijn muziek te spelen. Maar vergeleken met veel andere componisten die voor de piano schreven valt de moeilijkheidsgraad relatief mee, juist omdat hij zelf pianist was. Dat zie je ook bij Frederic Chopin of Franz Liszt: virtuositeit is bij hen altijd logisch op het klavier, de techniek die ze vragen is pianistvriendelijk.’
Thuisbasis Italië
Rachmaninovs pianoconcerten kunnen soms bijna ouderwets overkomen voor 20ste-eeuwse muziek. Maar volgens Rana horen ze wel degelijk tot de top van de pianoliteratuur. ‘Doordat die mooie melodieën zo aanslaan wordt de kwaliteit van zijn pianoconcerten soms onderschat: alsof populariteit bij een groot publiek automatisch betekent dat de muziek van een lager niveau is dan andere grote pianoconcerten. Voor mij is dit Tweede pianoconcert een echt meesterwerk dat de pianoliteratuur heeft verrijkt op een bij zondere, betekenisvolle manier. En dat schuilt dan weer in de architectuur, die we te makkelijk over het hoofd zien. Alleen de opening al: eerst die zoekende akkoorden op de piano alleen, waarna het orkest een ongelooflijk warme melodie inzet. Die bijzondere dialoog tussen piano en orkestrale klanken: ook dat maakt Rachmaninovs concerten meesterlijk.’ Hoewel Beatrice Rana de hele wereld over reist, vormt Italië nog steeds haar thuisbasis. Ze groeide op bij muzikale ouders, pianospelen behoorde al vanaf haar derde levensjaar tot het dagelijkse leven. Nu woont ze in Rome, en keert iedere zomer terug naar haar geboortestreek Puglia in Zuid-Italië, voor het kamermuziekfestival ClassischeFORME dat zij daar zelf zeven jaar geleden in het leven riep, en nog steeds programmeert. ‘Ik houd heel veel van kamermuziek, met dit festival kan ik daar twee weken per jaar mijn hart aan ophalen. Dat vormt een welkome afwisseling met mijn andere optredens, want het geeft mij de kans om allerlei muziekstukken te ontdekken. En het is heerlijk om mijn eigen keuzes te maken, zelf de lijnen uit te zetten, de regie te voeren. Ik houd me niet in, het publiek staat heus open voor het onbekende. En ik wil ook veel tijd inruimen om langdurig samen met anderen te kunnen repeteren. Want helaas, vaak zijn kamermuziekconcerten het resultaat van een vluchtige ontmoeting tussen musici, die één keer samen spelen en dan meteen het concert geven. Dit festival is bedoeld voor verdieping, in de muziek, en in elkaar. Bovendien speelt het zich af in Lecce, mijn geboorteplaats, een vertrouwde omgeving waar ik natuurlijk warme gevoelens bij heb, maar waar ook de nabije natuur overweldigend mooi is.
Dit artikel verscheen eerder in Intrada, jaargang 2023-24 nr. 3.