Ga direct naar: Hoofdinhoud
Ga direct naar: Hoofdnavigatie

Dalia Stasevska: 'Muziek moet je nooit louter op genre beoordelen.'

10 september 2025
10 min leestijd

In haar debuutprogramma gidst de Fins-Oekraïense Dalia Stasevska orkest en publiek van de ene wondere wereld naar de andere. Van Berio’s Folk Songs tot de ‘folk’-improvisaties door Aphrodite Patoulidou: duidelijk wordt dat pakkende muziek uit alle hoeken kan komen.

Een musicus van het New York Philharmonic noemde haar een ‘supernova’. In Berlijn werd haar ‘tomeloze energie’ toegejuicht, in Parijs haar ‘magnetische aura’. Zelf denkt Dalia Stasevska, dirigent en ‘breakout star 2023’ (kwalificatie van The New York Times), dat in haar boezem twee kaarsjes branden. ‘Het ene is Fins en het andere, iets kleiner, Oekraïens.’

Ze is een dochter van een Finse moeder en een Oekraïense vader, en kwam eind 1984 ter wereld in Kyiv, toen nog Sovjetgebied. De afbrokkeling van de Sovjetdictatuur maakte ze als kleuter mee in Estland (‘Ik weet nog een beetje hoe het is om in een onrechtvaardige omgeving te leven’), waarna het gezin de koffers pakte naar Finland. Oma verhuisde mee. Zij bleef Oekraïense volksliedjes zingen voor Dalia en haar broers. Met een karrenvracht aan nostalgie. ‘Identiteit, dat is een complex verhaal’, zegt Stasevska.

De Russische invasie was in 2022 nog maar net begonnen toen Stasevska, verbijsterd door de verwoestingen van woonblokken en energiecentrales, haar dirigentenpartituren opzijschoof en een geldinzameling begon op social media. Van de opbrengst kocht ze generatoren en kooktoestellen, die ze met haar broer Justas in een vrachtauto laadde en naar getroffenen in Oekraïne bracht. Bedenkend dat ze ook vanuit haar muziekvak steun kon bieden, stond ze even later, gestoken in een outfit met Oekraïens borduurwerk, voor het orkest van Lviv in een concert ter ondersteuning van de Oekraïense spirit.

Flamboyant en verrassend
Dalia Stasevska studeerde viool, maar ging als dirigent de muziek in na een vervolgopleiding bij de legendarische dirigentenpedagoog Jorma Panula. Ze is zojuist afgezwaaid als chef in het Finse Lahti, waar ze een reputatie opbouwde als bedenker van verrassende programmacombinaties, gebracht in flamboyante uitvoeringen. In Londen is ze vaste gastdirigent van het BBC Symphony Orchestra. Ook daar heeft ze kussens opgeschud, met programma’s waarin symfonisch kernrepertoire in een verrassend licht komt te staan door confrontaties met vergeten of nieuwe muziek. ‘Ik daag mezelf, het orkest en het publiek graag uit’, zegt Stasevska.

Wie haar debuutprogramma met het Rotterdams Philharmonisch Orkest slechts vluchtig bekijkt, ziet een verzameling losse stukken, in een kluts die vreemd aandoet. Alleen al de eerste twee onderdelen: recente minimalklanken van Schotse herkomst (Nautilus van Anna Meredith) botsen op Finse toneelmuziek van ruim een eeuw oud (Sibelius’ Scène met de kraanvogels). Maar bij die eerste koppeling valt al een effect te verwachten. Onverbiddelijke motoriek (Meredith) gaat over in een absoluut tegendeel: zachte zinderingen, in een van Sibelius’ meest atmosferische stukken. En zo gidst Stasevska orkest en publiek van de ene wondere wereld (Folk Songs van de jaren 1960-avantgardist Berio) naar een andere (‘folk’-improvisaties door Aphrodite Patoulidou).

Wat is uw geheim? Dat het hier niet om ‘stijl’ of ‘plaats in de historie’ gaat, maar om beweging, sfeer, stemming?
‘Precies. Mijn eerste wens was: samenwerken met Aphrodite Patoulidou in de heerlijke Folk Songs van Berio. Patoulidou is een stemkunstenaar die van alles in haar mars heeft, ook als begeleider van zichzelf op de nyckelharpa. Bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest bleken ze op hun beurt weg te zijn van Anna Meredith. Dat kwam prima uit, want haar Nautilus zie ik als folklore van deze tijd. Toen lag het voor de hand om het folklore-idee uit te bouwen met een lied van Sibelius over een natuurgodin, Luonnotar, die in oud-Finse volksverhalen over de wereld zweeft. Sibelius was geobsedeerd door natuur. Inspiratie kwam uit zijn directe leefomgeving. Dan is het maar een kleine stap naar de Romeinse pijnbomen van Respighi.’

Voor internetbezoekers is Meredith’s Nautilus ook het openingsnummer van Dalia’s Mixtape, een online-album dat Stasevska en het BBC Symphony Orchestra vorig jaar hebben uitgebracht op YouTube. Het biedt orkestwerk van componisten die hun bron of inspiratie in niet-klassieke territoria hebben liggen; in ambient-electronica (Judith Weir), in art rock (Julia Wolfe), in filmmuziek (Jóhann Jóhansson), of metal (Lauri Porra). Het doel is tweeledig. Publiek dat vertrouwd is met symfonische cultuur hoort wat een orkest vermag in een nieuwe context; jongeren die er niet mee vertrouwd zijn horen dat aan hun interesses iets wezenlijks valt toe te voegen. Dat pakkende muziek uit alle hoeken kan komen, wordt intussen vanzelf duidelijk. ‘Mijn Rotterdamse programma is eigenlijk óók een soort Dalia’s Mixtape’, zegt Stasevska.

Is Nautilus een lijfstuk van u? Op internet zijn ook rockmusici er overtuigend mee in de weer.
‘Het stuk bestond al! Ik was erbij toen Meredith het uitvoerde met een vijfkoppige band. Metal-achtig, elektronisch… ik kreeg in de gaten dat dit ook voor mij een spectaculaire concertopening kon zijn, zoals je die in de hedendaagse muziek niet veel hebt. Ik ben op Anna afgestapt en heb haar om een orkestversie gevraagd. Die wilde ze graag maken en daar ben ik ontzettend blij om.

‘Muziek moet je nooit louter op genre beoordelen. Als mensen zeggen, “ik haat metal”, dan vraag ik, waarom? “Omdat het zo hard is”, wordt dan gezegd. Niet waar! Weet je eigenlijk wel dat er binnen dit genre de meest uiteenlopende subgenres bestaan, net als in klassieke muziek? Dat power metal compleet anders is dan death metal of heavy metal? Uit dezelfde onwetendheid praten anderen weer over “klassiek”. Dus: hoe wek je bij zulke mensen nieuwsgierigheid naar wat wij doen? Wat ik fascinerend vind – ik heb vrienden in allerlei genres – is dat bijna elke metal-, pop- of elektronische muzikant die ik ken een achtergrond heeft in klassieke muziek. En die blijken ze dan hoog te waarderen.’

Eén daarvan moet uw echtgenoot zijn, Lauri Porra. Basgitarist van een befaamde power-metalband, Stratovarius – klopt dat? Wat is zijn invloed op uw denken over muziek?
‘De invloed is wederzijds. Hij speelt en componeert. In verschillende genres, ook voor symfonieorkest, voor film, voor Dalia’s Mixtape. Hij komt uit een familie van klassieke musici, zijn grootvader was oprichter van de Finse Nationale Opera. Maar Lauri had ook zijn ‘punkmoment’ en werd jazzmuzikant en metalmuzikant. We hebben gemeen dat we graag onze kennis uitdiepen. Dat gaat zo: Lauri vertelt me alles over een bepaalde band, en dan luisteren we een hele avond naar een obscure band die een of ander genre heeft ontwikkeld. Dan ben ik aan zet, en geef hem les over bijvoorbeeld Schönberg. Dan luisteren we tot in de kleine uurtjes naar Schönberg. Ook in de auto wisselen we uit. Hij heeft net een nieuw album: Seasons in Moominvalley. Ongelooflijk sfeervol. Een reis door de Finse filosofie van stilte.’

De modernist Berio vertelde ooit dat hij opgewonden raakte, telkens als hij met folklore werkte, door de ontdekking van het ‘nieuwe’ ervan. Wat betekent folklore voor een Finse met een Oekraïens hart?
‘In Finland zit folklore in de natuur, in een soort religieuze beleving die al eeuwen tot uiting komt in literatuur en muziek – zoals bij Sibelius. Dat is ons ‘tempelgevoel’. Als de trekvogels overvliegen, is dat voor Finnen een diepe ervaring. Want dan veranderen de seizoenen. Bij Oekraïners ligt het meer voor het grijpen. Zie hun borduurwerken, die prachtige vyshyvankas. Van alle volkeren in de wereld hebben ze de meeste liederen, wordt gezegd. Ik heb er een verzameling van, sinds ik bevriend raakte met een Oekraïense muzikant die in Finland op straat speelde. Elke zomer bracht hij cassettes voor me mee met volksmuziek die hij in Oekraïne had gekopieerd. Daar zat een tapeje bij van een tandeloze zanger – dat kon je horen – en die speelde er viool bij. Met handschoenen aan. Zijn lied ging over een man die een beer tegenkomt in de Karpaten. Alles klonk zó mooi modderig, wat die zanger met handschoenen uit zijn viool haalde. Je reinste hedendaagse muziek!’

Zamelt u nog in voor Oekraïne?
‘Dat gaat gewoon door. We hebben nu driehonderdduizend euro opgehaald. Voor twintigduizend koop je tien generatoren. Maar ik werk ook aan een nieuw muziekproject: Ukrainian Mixtape. Het Vioolconcert van Thomas de Hartmann staat er al op, een van de mooiste vioolconcerten van de vorige eeuw.’

Uw ding is traditie en vernieuwing?
‘Zonder nieuwsgierigheid zou ik niet kunnen bestaan. Maar pas op, alle klassieke muziek zit in een marge. Ook die van de grote traditie met haar ongelooflijke geschiedenis. Die is kwetsbaar en die moeten we koesteren. Dat kan door er dingen aan toe te voegen.’

Tekst: Roland de Beer        Foto: Veikko Kähkönen

Dit artikel verscheen eerder in Intrada, september - oktober 2025 nr. 3. 

Klantenservice
Nieuwsbrieven

Meld je aan voor onze tweewekelijkse agendamail en maandelijkse nieuwsbrief en blijf op de hoogte.

inschrijven