Ga direct naar: Hoofdinhoud
Ga direct naar: Hoofdnavigatie

Interview Daniil Trifonov

19 september 2023

Pianist Daniil Trifonov is een ongrijpbaar fenomeen. Komend seizoen maakt hij zijn opwachting bij ons orkest als Artist in Residence, met vier heel verschillende concertprogramma’s. Klassiek én eigentijds, te beginnen met het eclectische pianoconcert van Mason Bates. Een interview over invloeden en eigen opvattingen.

Tekst: Myrthe van Dijk Beeld: Dario Acosta

Jong en onvervaard, maar met grote expressieve diepgang. In berichtgeving over het pianofenomeen duiken telkens weer zulke contrasten op: onstuimig maar teder, of: expansief maar toch ook intiem. Bij de zo uitzonderlijke Daniil Trifonov gaan zulke kwaliteiten harmonieus samen.
Trifonov was 22 jaar oud toen hij voor het eerst een verpletterende indruk maakte in Rotterdam. Dat was tijdens het Gergiev Festival van 2013, waar hij samen met het Mariinsky Orkest het Eerste pianoconcert van Prokofjev speelde. Twee jaar eerder had hij al naam gemaakt door twee grote piano- concoursen te winnen: het Tsjaikovski Concours in Moskou én het Arthur Rubinstein Concours in Tel Aviv.
In 2016 verscheen de jonge Rus opnieuw op het Gergiev Festival. Ditmaal nam hij deel aan een pianistenmarathon met de vijf pianoconcerten van Prokofjev. Daarbij nam hij al even voortvarend als in 2013 het Derde pianoconcert voor zijn rekening. ‘Een geweldige ervaring’, zo omschreef Trifonov deze eerste kennismaking met het Rotterdams Philharmonisch Orkest.
Vier jaar later volgde een optreden met de inmiddels nieuw aangestelde chef-dirigent van het Rotterdamse orkest: Lahav Shani, met wie hij in Wenen al eens had samengewerkt. ‘Dit was de eerste keer dat ik hem meemaakte met het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Ik speelde het Eerste pianoconcert van Brahms, dat ik nog niet eerder had uitgevoerd. Ik vond dat heel bijzonder, zeker met dit orkest. Het helpt dat deze dirigent ook als pianist de muziek goed kent: tussendoor kon ik met Shani op twee piano’s repeteren. Ik prijs me gelukkig om met zo’n musicus te kunnen samenwerken.’

Artist in Residence

Deze nu al goede band tussen pianist, dirigent en orkest zal in het komende seizoen verder versterkt worden, want Daniil Trifonov treedt als Artist in Residence op in vier heel verschillende concertprogramma’s. Trifonov kon daarin veel persoonlijke wensen kwijt: ‘Na die ervaring met Brahms leek het mij geweldig om met dit orkest het Eerste pianoconcert van Beethoven te spelen. Dat pianoconcert heeft een andere energie. De grote kracht ervan schuilt in lichtheid, in humor ook. Al net zo kijk ik uit naar het pianoconcert van Gershwin: dat is gloednieuw voor mij. Al voordat ik in de Verenigde Staten ging wonen vond ik zijn muziek interessant, in het bijzonder zijn pianoconcert. Voor mij is Gershwin één van de meest melodische componisten in de muziekgeschiedenis.’

In Amerika kon Trifonov zijn muzikale opvoeding op natuurlijke wijze voortzetten en uitbreiden. Als geboren Rus werd Trifonov al vanaf zeer jonge leeftijd opgeleid binnen de traditie van de Russische pianoschool. ‘Maar dat is een breed begrip, dat van docent tot docent anders wordt ingevuld. Mijn lerares in Moskou was Tatjana Zelikman, en daarna volgde mijn opleiding in Cleveland bij Sergei Babayan. Beiden zijn nazaten van de school van Heinrich Neuhaus.’ Trifonov doelt op de beroemde pianopedagoog die 42 jaar les gaf aan het conservatorium in Moskou. Hij was de leermeester van legendarische Russische pianisten als Sviatoslav Richter en Emil Gilels. Kenmerkend voor zijn methode was de grote nadruk op het muzikale voorstellingsvermogen, en de diepgaande partituurkennis die daarvoor nodig is.

Repertoire als levenstaak

Toen Trifonov in 2013 in Rotterdam zijn debuut maakte had hij al een volle concertagenda, maar ook nog een jaar studie te gaan in Cleveland. In een interview met het dagblad Trouw vertelde hij dat hij nog lang niet klaar was. ‘Ik moet nog zoveel leren: Liszt, Brahms, Schubert, Bach. Dat is nu eigenlijk de grootste uitdaging: naast al die concerten de tijd vinden om nieuw repertoire in te studeren.’ Dat is hem gelukt: In de elf jaar tussen zijn debuut en zijn komende residentie bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest bouwde hij een enorm breed repertoire op: talloze concertprogramma’s, met of zonder orkest, kamermuziek, en nog maar eens tien nieuwe cd’s, ná de vijf die al op zijn naam stonden. Hoe kreeg hij dat voor elkaar?

‘Ik houd ervan om nieuw repertoire in te studeren, dat motiveert mij, vanwege de uitdagingen die je tegenkomt. Ieder stuk is uniek en vraagt weer een andere aanpak. Op dit moment werk ik aan een solo-recital met de Fantasie van Schumann, Gaspard de la nuit van Ravel en Tsjaikovski’s Jeugd- album. Ik vind het normaal om dat allemaal tegelijk aan te kunnen, dat hoort bij mijn professionaliteit. Er valt altijd iets nieuws te ontdekken of op te lossen, ook als je stukken herneemt. Dat zie ik als mijn levenstaak.’
Trifonovs opvallende prestaties trokken ook de aandacht van de Amerikaanse componist Mason Bates, die met zijn achtergrond als dj en organisator van grote cross-overprojecten behoort tot de meest gespeelde componisten van de Verenigde Staten. In diens muziek gaat de klassieke muziektraditie hand in hand met eigentijdse muziekinvloeden. ‘Mason Bates bezocht enkele concerten van mij en liet weten graag een pianoconcert voor mij te willen schrijven. Ik ben me toen in zijn muziek gaan verdiepen. Zo ontdekte ik de aantrekkelijkheid van zijn muzikale taal voor zowel luisteraars als spelers. Ik heb op geen enkele wijze invloed uitgeoefend op het compositieproces. Hij legde mij de partituur voor toen die nog niet af was: ik was er meteen al zo blij mee dat ik aanpassingen niet nodig vond. De compositie etaleert de belangrijkste klassieke muziekstijlen vanaf de vroegste periode. In het eerste deel hoor je kenmerken uit de renaissance in een hedendaags jasje, het tweede deel klinkt romantisch, heel open en emotioneel, en de finale is het meest eigentijds.’

Na de wereldpremière in Philadelphia met Yannick Nézet-Séguin in januari van dit jaar voerde Trifonov het al in meerdere landen succesvol uit. En daarbij troffen Trifonov en Shani elkaar ook weer, in Israël. In Rotterdam is dit pianoconcert in oktober het werk waar hij zijn residentie mee begint. En spannend genoeg ontmoet de pianist hierbij voor het eerst dirigent André de Ridder, een echte specialist op het gebied van eigentijdse muziek.

Overduidelijke nostalgie

Ondertussen schreef Trifonov in 2014 ook zelf een pianoconcert. Bij beluistering klinkt een zinderend werk met een overduidelijke nostalgie naar de Russische traditie, waarin de geesten van Rachmaninov en Prokofjev opdoemen. In zijn Quintetto Concertante (2018) lijkt ook Sjostakovitsj nog om de hoek te kijken. De knap verpakte referenties getuigen van een grote liefde voor de Russische muziekgeschiedenis. Maar pianospelen blijft voor Daniil Trifonov het belangrijkst.

‘Ik componeer alleen als het mij uitkomt. Het scherpt wel mijn inzicht in hoe stukken in elkaar zitten. Ik maak nu vooral transcripties van orkestmuziek naar stukken voor piano of twee piano’s.’ Dat komt wellicht van pas bij het unieke Rush Hour Concert dat voor juni 2023 gepland staat: Trifonov én Shani, twee toppianisten, als duo. Het programma? Nog onbekend... Bestaat de kans dat er iets van Trifonov zelf bij zal zijn? Hij lacht verlegen. ‘Nou, eigenlijk heb ik wel net iets voltooid... Maar dat zou ik eerst moeten voorleggen.’ We wachten in spanning af.

Unieke verschillen

Trifonov kijkt hoe dan ook uit naar de komende concerten in Rotterdam. ‘Het repertoire dat we gaan doen is heel gevarieerd. En ik vind het heerlijk om samen te musiceren met het Rotterdams Philharmonisch Orkest en Lahav Shani.’ Trifonov en Shani, beide pianisten en bijna leeftijdgenoten: gaan ze ook op dezelfde manier met muziek om? ‘Eigenlijk vind ik dat iedere musicus de muziek op een persoonlijke, unieke manier moet benaderen. Want juist verschillende opvattingen kunnen een samenwerking interessant maken. Dan probeer ik het gewoon op een andere manier. Toen ik met Shani samenwerkte met het Israel Philharmonic speelde ik niet alleen het concert van Mason Bates maar ook Prokofjevs Tweede pianoconcert: heel verschillende stukken. Het lukte heel goed om die verschillen samen uit te diepen en zelfs uniek te laten klinken. Het maakte niks uit dat we maar korte repetities hadden op diverse locaties met verschillende akoestische omstandigheden. We pasten ons gezamenlijk in heel korte tijd aan. Die flexibiliteit, daar houd ik van.’

Dit artikel verscheen eerder in Intrada, jaargang 2022-23 nr. 1.

Klantenservice
Blijf op de hoogte

Meld u aan voor onze nieuwsbrief en ontvang achtergrondinformatie, concerttips en algemeen nieuws.

Nieuwsbrief