Ga direct naar: Hoofdinhoud
Ga direct naar: Hoofdnavigatie

Rotterdam als kweekvijver voor dirigeertalent

10 juni 2025
5 minuten

De International Conducting Competition Rotterdam (ICCR) beleeft dit jaar zijn tweede editie. Zes kandidaten laten zien wat ze in hun mars hebben op het gebied van oude muziek, hedendaags werk, opera en symfonisch repertoire – die laatste twee disciplines samen met het Rotterdams Philharmonisch Orkest, sinds de oprichting samenwerkingspartner van het concours.
 

Bertie, hoe kijk je terug op je deelname aan de eerste editie van de ICCR? 

Zijn ogen beginnen direct te glimmen. ‘Ik heb zoveel geleerd. Bij de ICCR krijg je als deelnemer bijzonder veel tijd om met de orkesten te werken. Bij elke ronde bereid je als het ware een concert voor. Daardoor voel je een muzikale verantwoordelijkheid, je werkt echt samen aan een resultaat. Bij de andere concoursen waaraan ik heb deelgenomen mag je vaak een half uurtje aan een stuk repeteren, waarin je probeert een paar maten helemaal perfect te krijgen, zodat de jury ziet wat je kan. Maar dat is niet wat dirigent-zijn inhoudt.’ Rob valt hem bij: ‘Dat is waarom we dit concours zijn begonnen. De meeste dirigentenconcoursen richten zich kortstondig op de dirigeertechniek. Het gaat dan helemaal niet om hoe ze met een orkest werken en hoe ze zich voorbereiden. Wij willen met de ICCR juist een rol spelen in de muzikale en professionele ontwikkeling van een dirigent, niet alleen maar carrières lanceren.’

 

‘Het was niet zomaar een momentopname. Ik ben enorm gegroeid door dit concours, als dirigent én als musicus’
-BERTIE BAIGENT

Is de ICCR dan zo anders dan andere concoursen?

 ‘Eigenlijk wel ja’, zegt Bertie. ‘Dat zie je bijvoorbeeld ook aan het repertoire dat wordt gekozen. Dat zijn geen standaard concours-stukken. Een Haydn-symfonie bijvoorbeeld, is geen showstuk, maar staat wel op het programma. En dan kiezen ze niet eens één van de bekendste symfonieën. Dat dwingt je om je te richten op het muzikale aspect, het test je muzikaliteit en niet je technische virtuositeit. Ik geloof dat je handig kunt worden in het deelnemen aan dirigeerconcoursen. Als je weet waar de jury op let, kan je je daarop richten, bijna als een spelletje. Maar bij de ICCR moet álles goed zijn. Rob beaamt dat. ‘Al met al sluit de ICCR veel meer aan op hoe het echte leven van een dirigent eruitziet.’ ‘Neem de registratie voor de voorrondes’, vult Bertie aan. ‘Je moet niet alleen een cv en een video-opname van jezelf opsturen, maar ook vier concertprogramma’s samenstellen. Dat is iets dat nooit in concoursen getest wordt, maar wel een heel belangrijk onderdeel uitmaakt van het dirigentenbestaan.’

De laatste jaren zien we zeer jonge dirigenten bij de grote orkesten. Het lijkt wel alsof dirigenten steeds jonger doorbreken. Zijn jullie daar bij het concours mee bezig? 

‘Het is een goede ontwikkeling dat orkesten nieuwsgierig zijn naar wat een nieuwe generatie te bieden heeft’, vindt Rob. ‘Dat heeft inderdaad ook invloed op de leeftijd van de dirigenten die voor de grote orkesten staan. Wij hebben ons de vraag gesteld in welke carrièrefase van een dirigent wij met ze willen werken. Bij de eerste editie was de leeftijdsgrens voor deelnemers 23-35 jaar. We hebben dat verlaagd naar 23-30 jaar. Wij zoeken niet naar dirigenten die al een hele carrière hebben opgebouwd en die hun cv willen opvijzelen met een prijs op dit concours. We willen deelnemers een leerervaring bieden. Maar ze moeten wel het niveau hebben om met deze orkesten te kunnen werken. Als ze net uit de studiebanken komen werkt dat niet.’

Wat heeft het concours je gebracht, Bertie? 

‘Allereerst de samenwerking met het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Tijdens het concours, maar zeker ook daarna, als assistent-dirigent. Het is geweldig om met dit orkest te werken. Het is zó’n veelzijdig en flexibel orkest! De musici zijn ontzettend open en nieuwsgierig, het orkest geeft me enorm veel mogelijkheden als dirigent. Maar breder bezien ben ik door de opzet van het concours – doordat er een jaar tussen de voorronde en de finale zit – heel erg bezig geweest met de muzikale ontwikkeling die ik in die langere periode wilde laten zien. Het was niet zomaar een momentopname. Ik ben enorm gegroeid door dit concours, als dirigent én als musicus’.

‘Een dirigeer-carrière 11 mag tachtig jaar duren, je hoeft niet alles in de eerste vijf jaar te proppen’
-ROB HILBERIN

Rob: ‘Bertie is niet op zoek naar snel succes, hij denkt aan de lange termijn. Daar leren wij ook weer van. Een dirigeer-carrière mag tachtig jaar duren, je hoeft niet alles in de eerste vijf jaar te proppen. Wij moeten daarom ook niet te veel druk zetten na afloop van een concours, maar juist ruimte bieden om deelnemers in hun eigen tempo en op hun eigen manier te laten groeien. Dat besef hadden we ergens wel, maar Bertie heeft ons laten zien dat het ook echt zo werkt.’

Hebben jullie nog tips voor de bezoekers van de ICCR? Waar kan het publiek op letten? 

‘Ga vooral naar de repetities!’ zegt Bertie enthousiast. ‘De jury en het orkest beoordelen de dirigenten misschien nog wel meer op de repetities dan de concerten. Mijn familie en vrienden vonden de repetities ook nóg interessanter dan de concerten: ze hadden me wel concerten zien dirigeren, maar nooit zien repeteren. Het geeft echt een uniek inkijkje in de totstandkoming van een concert.’ Rob raadt aan om niet alleen naar de dirigenten te kijken, maar juist ook naar de orkesten: ‘Normaal zit er veel tijd tussen twee concerten van hetzelfde orkest. Nu zie je in korte tijd hoe een orkest op verschillende dirigenten reageert. Je zal zien hoe veelzijdig een orkest is en hoe groot de variëteit is in hun spel. Het geeft ook beter inzicht in wat een dirigent nu zo belangrijk maakt en wat een dirigent nu eigenlijk toevoegt aan een orkest.’

 

Tekst: Alexander Klapwijk Foto header: Antim Wijnaendts van Resand

Klantenservice
Blijf op de hoogte

Meld u aan voor onze nieuwsbrief en ontvang achtergrondinformatie, concerttips en algemeen nieuws.

Nieuwsbrief