Ga direct naar: Hoofdinhoud
Ga direct naar: Hoofdnavigatie

Tournee Japan 2025: dag 1

16 juli 2025
6 min leestijd

Stel je voor: je mag mee met het Rotterdams Philharmonisch Orkest op tournee naar Japan. Je bent nog nooit in Japan geweest, laat staan met een orkest! Hoe zou dat zijn? Wat zou je meemaken? In deze blog kan ik je niet vertellen hoe dit voor jou zou zijn, ik kan alleen voor mezelf spreken. 

Op woensdagochtend arriveerde ik, met lichte zenuwen en mijn koffer, bij de Doelen. Om 13.00 uur vertrekt de bus naar Schiphol. Snel loop ik nog even naar kantoor om mijn collega’s gedag te zeggen. Ik krijg reistips, vliegtips en veel succeswensen. Dan is het tijd om me beneden bij de musici te voegen. De bus loopt langzaam vol en na een succeswens van zakelijk directeur Piet van Gennip en planner artistieke zaken Arthur van der Drift, is het tijd om te vertrekken. We worden uitgezwaaid door alle achterblijvende collega’s, en even bekruipt het gevoel me dat ik op schoolreisje ga. 

De bus vult zich al snel met gezellige gesprekken. “Heb jij je paspoort wel bij je?” grapt de een, terwijl ik links achter me iemand tips hoor geven over het land van bestemming.
Bij halte Blijdorp stappen er nog wat musici in. Onder hen Juliette Hurel, onze eerste fluitiste. Ze ziet me en zwaait enthousiast. “Wat goed dat je erbij bent!” roept ze, en ik voel me meteen welkom. Nog geen vijf minuten later krijg ik mijn eerste snoepje aangeboden van academist Simon Dallmeier. Door de zenuwen sla ik drie daaropvolgende pogingen beleefd af.

Eenmaal aangekomen op Schiphol verplaatsen we ons naar de incheckbalie. Onderweg krijg ik een RPhO-sticker voor op mijn koffer, die ik na instructie van violist Giulio Greci geheel scheef op mijn koffer plak. “I am so sorry,” zegt hij na een kritische blik op mijn koffer. “I really thought you got it, but it’s a bit crooked.”

Na de gebruikelijke luchthavenrituelen: inchecken, security, gate, raak ik in gesprek met contrabassist Jonathan Focquaert. Dit wordt zijn derde keer naar Japan met ons orkest. Hij vertelt over een eerdere tournee, waarbij door de Japanse zomerhitte de lak van verschillende instrumenten begon te smelten. Toen de musici hun koffers openden, was het de vraag of de instrumenten het stemmen überhaupt zouden overleven.

In de lucht kijk ik om mij heen naar mijn nieuwe collega’s met wie ik de aankomende twee weken op reis ga. Hoewel ik al een aantal maanden voor het orkest werk, ken ik nog zeker niet iedereen bij naam. Ik vraag me af hoeveel mensen ik bij naam ken bij thuiskomst. Naast me installeert trompettist Alex Elia zich voor de lange vlucht. Schuin voor me zie ik een collega het entertainmentscherm verkennen, en ik kan mijn glimlach niet verbergen wanneer hij landt op de klassieke muziekpagina en de werken van Mozart doorspit. 

Na een vlucht van zes uur is het tijd om over te stappen op Dubai. Hier begint de vermoeidheid ietwat in te slaan. Het vliegveld is druk en we manoeuvreren ons naar de volgende gate. Hier vind ik mijn collega van de contentafdeling, Sanne Bakkes. Ze deelt wegwerpcamera’s uit aan de musici met de vraag: “Wil jij foto’s maken deze tournee?” Ik ben heel benieuwd welke beelden zij gaan vangen de aankomende tijd.
Na een korte overstap is het tijd voor de laatste, maar ook langste vlucht: naar Osaka, Japan. Deze vlucht zit ik naast een musicus, Bruno Bonasea, eerste klarinet. We praten over koken, muziek, onze vluchtroute, en na 1,5 uur beginnen mijn ogen te branden. “Je moet niet gaan slapen, dan krijg je een jetlag,” waarschuwt hij. Maar mijn oogleden winnen het van mijn discipline en ik dommel weg en mis de laatste uren van de vlucht.

Om 17.15 uur, lokale tijd, landen we in Osaka. Ruim twintig uur onderweg. De vermoeidheid is groot, maar smelt snel weg bij wat we zien: terwijl we met de bus naar het hotel rijden, kleuren de lucht en de baai goud en paars. Een adembenemende zonsondergang over Osaka Bay. 

In de bus klinkt gelach, muziek, geroezemoes. Op telefoonspeakers klinkt Japanse pop, “om in de stemming te komen.” Slaperige collega’s staren dromerig naar buiten. Het avontuur is nog maar net begonnen. En hoewel we allemaal moe zijn, hangt er een voelbare energie. Een sfeer van opgewonden anticipatie, alsof iedereen weet: dit wordt bijzonder.

Bij het hotel aangekomen, doet het grote moment zich aan: de wagen met de instrumenten staat klaar. Een groepje musici verzamelt zich rondom de laadklep. Ze zeggen weinig, hun blikken spreken boekdelen. Sommigen leunen naar voren, gefocust, alsof ze willen zien of hun instrument hun stem nog herkent. Even bekruipt mij een angstig gevoel, wanneer ik terugdenk aan mijn gesprek met Jonathan – aan lak die smelt en snaren die breken. 

De klep gaat open. Eén voor één komen de koffers tevoorschijn. De spanning maakt langzaam plaats voor herkenning, voor opluchting. Koffers worden opengeklikt. Een fagot. Een cello. Een trombone. Alles intact.

Opeens lijkt de jetlag vergeten, de lange reis de moeite waard. Er klinkt gelach, hier en daar zelfs een klein vreugdekreetje. “We hebben het allemaal gehaald,” zegt iemand, en iedereen weet precies wat daarmee bedoeld wordt.

Tekst: Maxime de Bruin

Klantenservice
Nieuwsbrieven

Meld je aan voor onze tweewekelijkse agendamail en maandelijkse nieuwsbrief en blijf op de hoogte.

inschrijven