Tournee Japan 2025: dag 10

Vandaag is de eerste keer, voor een laatste keer: we speelden het laatste concert van deze tour met Sayaka Shoji. De tijd vliegt voorbij wanneer je tourbus na tourbus pakt, wanneer elke dag eindigt in applaus en begint met stille noten vanuit hotelkamers.
En toch: zelfs op zulke dagen sluipt er altijd iets onverwachts binnen. Zoals vanmorgen, toen we het hotel uitliepen en er een enorme rij mensen binnen én buiten stond te wachten. Voor een seconde dacht ik: eindelijk, ons superstarmoment, ze zijn voor ons gekomen! Ik zag het al voor me, de musici die handtekening uitdelen, en selfie maken. Maar nee. Natuurlijk niet. Blijkbaar logeerden we samen met een sportteam, en die fans waren hier voor hun helden. Ze hadden vlaggen, spandoeken, zelfs matching T-shirts. Ik overwoog héél even om erlangs te lopen met een mysterieuze glimlach, alsof ik óók die held was. Maar goed, ik besloot me toch maar in te houden.
Een uur later zaten we in de bus naar Yokohama, langs snelwegen en hoogbouw die langzaam uitwaaierde naar de haven. Iemand tikte me op de schouder: “Heb je de reacties onder de video’s op Instagram gezien? We hebben echt fans hier!” En daar, tussen het monotone zoemen van de motor en het zachte dutten van collega’s, viel het kwartje. Geen rijen voor het hotel misschien, maar wél een hele community die meeleeft digitaal, in de zaal, en soms zelfs met koekjes.
Want terwijl we ons voorbereidden in de Minato Mirai Hall, verscheen er ineens een enorme doos backstage. Karton, stevig dichtgeplakt, met een handgeschreven kaartje erop. Toen we het openmaakten, kwam ons een wolk van vanille tegemoet. Netjes verpakte koekjes, in cellofaan met strikjes, alsof een Japanse patissier persoonlijk zijn zegen meegaf. Het werd meteen een klein feestmoment in de kleedkamer.

Het concert zelf voelde bijzonder, de laatste keer van deze tour met Sayaka Shoji. Alles liep professioneel, strak, geconcentreerd. Maar backstage blijven de kleine menselijke momenten altijd hangen. Pierre Buizer en Remko de Jager stonden klaar nadat hun stuk erop zat, kijkend naar een tv-monitor die het podium toonde. Het applaus bulderde via de speakers, zo luid dat de wanden ervan meetrilden. Remko draaide zich naar Pierre, wees naar het scherm en zei: “Hier doe je het toch voor. Voor dit applaus.” Het klonk door tot in de gangen, en iedereen knikte in stilte.
Na afloop hadden Sanne en ik een ontmoeting met een trouwe fan die al jarenlang meerdere concerten bezoekt zodra het Rotterdams naar Japan komt. We hadden hem eerder verrast met een persoonlijke video, mét zijn favoriete artiest Bruno, maar het gesprek in levenden lijve was nog mooier. Zijn ogen glinsterden toen hij vertelde hoe onze muziek hem door de jaren heen begeleid had. Hij had zelfs zijn beste vriend meegenomen om hem onze muziek te laten ervaren. Daar stonden we, duizenden kilometers van huis, en toch voelde het intiem en dichtbij.
En alsof dat nog niet genoeg was, gebeurde er bij het slotapplaus iets onverwachts. Midden in de zaal stond een man op met een spandoek: “Braaaavo!”, breed boven zijn hoofd. Een klassieke concertzaal is meestal ingetogen, applaus in keurige golven. Maar vandaag voelde het plots als een popconcert, en stiekem vond ik dat heerlijk.

Een dag vol fans, in alle vormen en maten: van de sportliefhebbers bij het hotel tot de digitale supporters op Instagram, van de geurige doos koekjes tot het bulderende applaus backstage, van het warme gesprek tot de vrolijke banner in de zaal. Fans maken muziek tastbaar, zichtbaar, voelbaar. En vandaag maakten ze deze dag onvergetelijk.